We pakken State Highway 9336 en rijden richting het zuiden. Na ons bezoek aan de Anhinga Trail hopen we dat wat we langs deze weg meer gaan zien dan tijdens onze wandeling. Het is een doorsnee weg door het zo typerende platte landschap van de Everglades.
Van tijd tot tijd zien we wat mooie vogels. Ze vliegen voorbij of zitten langs de kant. Bijzonder zijn de bossen van witte kale cipressen langs de route. Een bizar maar ook mooi plaatje, witte bomen tegen een groenige ondergrond en helder blauwe lucht met hier een daar een wolkje. We vragen ons af hoe het komt dat de bomen kaal zijn. Later in de week leren we van een gids dat het hier gaat om de zogenaamde Bald Cypress. In de herfst verliezen zij hun naalden en worden geheel kaal. Door hun witte bast lijkt het dan alsof de bomen dood zijn. In februari beginnen zich weer kleine scheuten nieuwe takken te vormen met daaraan groene naalden die langzaam de boom weer een levend en groen uiterlijk gaan geven.
Bald cypresses.
Op naar het Flamingo Visitor Center
We besluiten onderweg niet te stoppen maar direct door te rijden naar het meest zuidelijk puntje van de Everglades. Het is even een ritje. Voordeel hiervan is dat we de terugweg interessant kunnen maken door te stoppen bij de verschillende trails die er zijn langs deze weg.
Na een klein uurtje rijden arriveren we bij het Flamingo Visitor Center. Tot onze teleurstelling blijkt deze afgesloten te zijn vanwege een grondige verbouwing. Er is alleen een keet waar je terecht kunt voor vragen. Het beloofde mooie uitzicht vanaf het Visitor Center is er dus niet. Gelukkig is er wel een leuke jachthaven die er vrolijk uitziet en waarvandaan je ook een mooi uitzicht hebt op de omgeving.
De achterzijde van de jachthaven gezien vanaf het water. Achter de gebouwen liggen de boten.
We lopen er op af. Er is een winkeltje waar je wat drinken en eten kunt krijgen naast natuurlijk de bekende souvenirs. Achter de winkel staat een gezellige foodtruck die kleine warme gerechtjes verkoopt. We lopen wat rond en worden gealarmeerd door een paar Amerikaanse toeristen die vreselijk hard lopen te gillen en te zwaaien. We vragen ons af waarom iemand in zo’n serene omgeving zoveel lawaai loopt te maken. We lopen hun richting op, naar een steiger in het water waar geen boten aangemeerd liggen. In het water zien we 3 gigantische Manatees (zeekoeien). Door het heldere water zijn ze supergoed zichtbaar. Als je bedenkt dat deze zeekoeien tot een bedreigde diersoort horen dan is dit zeker enig enthousiasme waard. Of je daar zo bij moet gillen dat blijft voor mij even een vraag.
3 Gigantische zeekoeien in de haven
Bedreigde diersoorten
Manatees zijn niet de enige bedreigde diersoorten in dit deel van de Everglades. In het zuiden van Florida leefden eens heel veel krokodillen. Deze gedijen prima in brak water wat hier in overvloed aanwezig is. Door bouwactiviteiten en andere ontwikkelingen verdwenen veel plekken waar zij goed kunnen leven. De mogelijkheid om zich voor te planten werd steeds minder. Hierdoor is sinds 1975 de krokodil een bedreigde diersoort. Men doet er nu alles aan om dit te herstellen. Steeds vaker worden er kleine succesjes geboekt. En ja, ook deze als vervaarlijk bekend staande beesten, hebben we hier gezien. Twee van heel dicht bij en eentje langs de kant toen we een boottocht gingen maken. En net als bij de alligator, als je ze met rust laat dan doen ze echt niets.
Een krokodil op nog geen twee meter afstand van ons
Deze plek in de Everglades staat er om bekend dat je zeekoeien, krokodillen en veel vogels kunt zien. Het zijn een soort van vaste bewoners die gewend zijn geraakt aan de vele bezoekers. Ze zijn daarom niet zo schuw dat ze bij elk geluidje direct uit het zichtveld verdwijnen. Een uitgelezen plek dus om te bezoeken als je deze dieren in hun natuurlijke habitat wilt zien.
Een andere vaste bewoner van de jachthaven, een osprey (visarend)
Het water op
Als je hier bent dan kun je niet anders dan het water op gaan. Of dat nu is met een kano, roeiboot of kleine toerboot, dat maakt niet uit. Vanaf het water heb je wonderschoon zicht op deze prachtige omgeving, de mangrove bossen, de vele eilandjes en alles wat vliegt en zwemt.
Wij hebben gebruik gemaakt van een tocht met een gids in een kleine toerboot. Het was heerlijk. De wind in je haren, het weidse uitzicht, het gevoel dat er niets anders is dan vrijheid. Als ik eerlijk ben dan moet ik zeggen dat je niet veel anders ziet dan het weidse uitzicht en mooie mangrove bossen op de kleine eilanden in de Golf van Mexico. Het 90 minuten durende tochtje is daarom vooral om het gevoel te beleven en niet om spectaculaire dingen te zien. Ondanks dit, een aanrader.
De zon gaat onder
We moeten weer naar 'huis'. Het is later dan gepland. Ons plan om alle trails op de terugweg te doen valt daarom in het water. We doen er maar twee. Deze vallen eigenlijk heel erg tegen. Er is geen wildlife te ontdekken, geen alligator te zien. Af en toe zie je een kraanvogeltje voorbij vliegen en dat is het. Alweer geen spectaculaire activiteit maar ook hier kunnen we zeggen dat het toch genieten is. Lekker in de natuur en bijzonder weinig toeristen. We lopen de trails echt in ons eentje. Heerlijk stil, genieten van rust en ruimte.
De zon gaat onder en dat geeft een prachtig zicht op de witte kale cipressen. Het wit van de basten werkt als een soort reflector, het lijkt of ze licht geven, zo mooi. Dat is dan toch maar weer een geweldige afsluiting van een dag in de natuur. Dat mag wat mij betreft zo elke dag.